terug naar overzicht

Stikstofakkoord: impact op de industrie

Danny, Zaakvoerder

In 2021 werd het stikstofbeleid op de helling gezet na de vernietiging van een vergunning op basis van de stikstofuitstoot. Na een lange impasse bereikte de Vlaamse Regering op 10 maart 2023 een akkoord. Toch lijkt het nog te vroeg om al victorie te kraaien. Waar staan we op vandaag en waar kunnen we ons aan verwachten?

Stikstofdossier in een notendop

De Vlaamse Regering wil de stikstofuitstoot tegen 2030 met 50% reduceren. Om deze doelstelling te halen werd in 2014 een stikstofbeleid ingevoerd, het zogenaamde PAS-programma. De Programmatische Aanpak Stikstof heeft als doel belangrijke natuurgebieden te beschermen en de negatieve effecten van stikstof onder controle te houden.

Dit beleid kwam in 2021 op losse schroeven te staan door de vernietiging van een vergunning voor de uitbreiding van een pluimveestal, het veelbesproken ‘stikstofarrest’.

Als gevolg van dit arrest was de minister genoodzaakt om een nieuw stikstofbeoordelingskader op te maken. In afwachting van een nieuw PAS volgde een ministeriële instructie om een vergunningenstop af te wenden.

Een nieuw ‘stikstofarrest’ volgde op 27 oktober 2022 voor een glastuinbouwbedrijf uit Overijse. Dit zette ook de stikstofkaders voor industrie voortaan op losse schroeven.

In 2022 werd een conceptnota PAS gepubliceerd met nieuwe stikstofdrempels. Het nieuw kader stootte op heel wat kritiek vanuit de landbouwsector en industrie. Na maandenlange discussies bereikte de regering op 10 maart 2023 een definitief akkoord over het PAS-programma.

Wat verandert er nu voor de industrie?

Het akkoord van 10 maart is in de praktijk eerder een politieke doorbraak. De eis dat de stikstofuitstoot van landbouwbedrijven en industrie gelijker behandeld moet worden en de vraag of de uitstoot van landbouwbedrijven die sluiten, doorgegeven kunnen worden aan andere, naburige bedrijven worden nog verder onderzocht.

De vergunningskaders zoals beschreven in het akkoord van 10 maart blijven op vandaag zo goed als ongewijzigd voor industrie.

Om te weten of een passende beoordeling nodig is werkt de Vlaamse overheid met zogeheten minimisdrempelwaarden om de impact te bepalen.

Dit betekent concreet dat de 1% drempel voor stationaire NOx-bronnen blijft gelden voor vergunningsdossiers. Wanneer deze drempel overschreden wordt en de totale bijdrage van de stikstofuitstoot groter is dan 1%, dient er een passende beoordeling opgemaakt te worden om de impact te bepalen en de milieueffecten na te gaan.

Deze drempel is echter niet sluitend, gelet op de tussenkomst van het arrest van 27 oktober 2022. Het gebrek aan houvast zorgt bij vergunningsverleners en ondernemers voor heel wat onduidelijkheid. In de praktijk zien we dat elk dossier individueel beoordeeld wordt. Het blijft belangrijk om bij vergunningsaanvragen waar sprake is van stikstofuitstoot aan te tonen dat de impact van het project niet betekenisvol is.  

Wanneer is het stikstofbeleid van toepassing?

Ook de industrie en transportsector ondervinden hiervan de gevolgen. Verwarmingsinstallaties, stoomketels, naverbranders, ovens en verkeer etc. zorgen immers ook voor stikstofuitstoot.

We zien dat bedrijven daarom volop inzetten op innovatieve technieken zonder uitstoot, zoals bijvoorbeeld warmtepompen bij nieuwe gebouwen om een passende beoordeling of een discutabel vergunningenparcours te vermijden.

Belangrijk om te weten is dat er niet perse een stookinstallatie aanwezig moet zijn om stikstof te initiëren. Bepaalde specifieke productieprocessen of mobiliteit kunnen eveneens stikstof initiëren en dienen mee geëvalueerd te worden.

Toekomstperspectief  

We bevinden ons nog steeds in een juridisch vacuüm door het uitblijven van een aangepast decreet. De maatregelen van de Programmatische Aanpak Stikstof zijn dus pas definitief als ze vastgesteld zijn in een decreet. Tot dan gelden er voor vergunningsaanvragen overgangsmaatregelen. Momenteel is het afwachten tot het bijkomend onderzoek n.a.v. het akkoord van 10 maart is afgrond. Verwachte timing daarvoor is eind 2023. Indien er dan groen licht is, kan het in principe snel gaan om tot een decreet te komen. In het geval van een negatieve uitkomst, landen we vermoedelijk opnieuw in dezelfde discussie.

Wat vaststaat, is het feit dat de regelgeving in de toekomst niet zal versoepelen. Laat het huidige stikstofbeleid u dus niet weerhouden om een vergunningsaanvraag voor uw toekomstplannen of voor een hernieuwing in te dienen.