terug naar overzicht

Wat mag u verwachten op het vlak van milieu, veiligheid en ruimtelijke planning in 2023?

Danny, Zaakvoerder

De inzet van een nieuw jaar is hét moment om terug te blikken op wat 2022 heeft gebracht, en om vooruit te blikken op wat 2023 voor ons kan brengen.

Al vele maanden worden beheerst door de energiecrisis. De torenhoge prijzen hebben er zeker en vast voor gezorgd dat alle mogelijkheden tot besparing grondig werden uitgevlooid, tot -jammer genoeg- zelfs het stopzetten van productie.

Opeens werd de omschakeling van gas naar stookolie een hot item. Duurzaam is dit zeker niet, maar in crisistijden dienen crisismaatregelen genomen te worden. Naast de nodige technische en praktische beslommeringen was er ook een hoofdstuk ‘vergunningen’. De omschakeling naar stookolie en de daarbij horende opslag van stookolie is immers vergunningsplichtig. Reken gemiddeld 3 à 6 maanden proceduretermijn. En dan komt in heel wat dossiers de stikstofproblematiek om de hoek kijken, en het bijhorende zeer strenge beleidskader. Sinds een dikke maand worden we zelfs geconfronteerd met een afwezigheid van toetsingskader, waardoor er geen aanvragen meer mogelijk zijn. Hopelijk brengt het nieuwe jaar snel een definitief kader met meer rechtszekerheid. 

Parallel hiermee is er een verhoogde aandacht voor gebruik van elektriciteit. Op het vlak van warmte-opwekking worden we meer en meer geduwd richting warmtepompen en zelfs ook elektrische stoomketels vinden hun plaats op de markt. Daarnaast is er de shift naar elektrische wagens en vergroening van wagenparken. Ook de verplichte installatie van zonnepanelen voor grootverbruikers staat op de agenda. We kunnen maar hopen dat de capaciteit van het elektriciteitsnet snel kan bijbenen, want dit wordt een blokkerende factor voor de toekomst.

Een blik vooruit

Globaal genomen blijft er een evolutie van verstrenging. Eigenlijk moeten we het eerder een evolutie van verscherping noemen, een meer nauwgezette toepassing van de wetgeving en regels die vaak al langere tijd bestaan. 

Een vereenvoudigd voorbeeld op het vlak van geluid om dit te illustreren. Er was een tijd waar het bij een vergunningsaanvraag volstond om mee te delen dat de activiteiten van productie binnenin een bedrijfsgebouw gebeurden, om aan te tonen dat het aspect ‘geluid’ geen hinder kon veroorzaken. Een volgende stap was het opleggen van een geluidstudie als bijzondere voorwaarde. Vandaag moet een geluidstudie aantonen dat de geluidsnormen worden nageleefd alvorens een vergunning kan worden afgeleverd. Dezelfde wetgeving, andere niveaus van toepassing.

Een volgende concrete case betreft het Wezerarrest dat reeds in 2021 zorgde voor verstrengde richtlijnen en een nieuwe aanpak bij de bepaling van lozingsnormen. De VMM werkte vorig jaar een tool uit die als leidraad dient om de aanvaardbaarheid van de lozing te beoordelen. Vandaag de dag stellen we vast dat de bril die wordt opgezet een stuk strenger geworden is. De Wezer-tool is eerder een minimum geworden. Zeker de bedrijven die lozen op een kleine beek of gracht zullen met deze problematiek geconfronteerd worden. Dit zet bedrijven aan om zuiveringstechnisch tot het uiterste te gaan, of tot het aanleggen van kilometers pijpleidingen naar de dichtstbijzijnde rivier. 

Een tweede aandachtspunt is de nieuwe hemelwaterverordening die op komst is. Nieuwe regels die een serieuze impact hebben op nieuwe bouwprojecten. Eén van de meest ingrijpende wijzigingen betreft de verplichting tot opvang, grotere buffervolumes en infiltratieoppervlakten (tot een verdubbeling). Ook ondergrondse opvangbekkens staan ter discussie. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor ruimtegebruik en zorgt ervoor dat de indeling anders moet bekeken worden. 

De aandacht voor risico’s op droogte en overstromingen vormen zeker een rode draad in de toekomst, en blijven voor bedrijven die waterafhankelijk zijn, een belangrijk item.

Verder zijn herzieningen lopende van zowel de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening als het Omgevingsvergunningsdecreet. Op termijn worden grondige herzieningen aangekondigd.

PFAS en gevaarlijke stoffen zullen zeker ook in de actualiteit blijven. Meer en meer worden bedrijven verplicht zelf een grondig onderzoek te doen naar de aanwezigheid van deze stoffen in de bodem, het grondwater, het afvalwater, enz. Het feit dat veel van deze stoffen vaak aanwezig zijn (ook al gaat het om lage concentraties) maakt het er niet gemakkelijker op. Wat zijn aanvaardbare concentraties – wat is vergunbaar, zijn vragen die veel discussie opleveren. Nulopties zijn het veiligst, maar in de praktijk niet realiseerbaar.

Tot slot hopen we dat de grote onzekerheden rond de toepassing van het Stikstofarrest heel snel aanvaardbare oplossingen vinden, en we uit een onmogelijke patstelling geraken.

Vele uitdagingen dus, die ook opportuniteiten kunnen opleveren. Circulaire economie is al lang geen modewoord meer, en de druk op milieu en omgeving leiden tot nieuwe proces- inzichten. Ruimte dus voor innovaties en nieuwe producten.